Eind januari werden de kandidaten van de verenigde oppositie (SVVO, Groen) voor plaatsen in het bestuur van de intercommunales afgewezen door de CD&V/N-VA meerderheid (lees hierover ons artikel van januari via deze link). Zowel Groen als SVVO waren verontwaardigd en hebben parlementaire vragen gesteld aan minister Bourgeois. Zij voelen zich gesteund in zijn antwoord en dienen klacht in bij de provinciegouverneur om de bewuste beslissing van de gemeenteraad van 31 januari te laten schorsen.
Op 26 februari heeft Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois een antwoord gegeven op de parlementaire vragen van Bart Caron (Groen) en Sas van Rouveroij (Open VLD, fractieleider) over de vertegenwoordiging van de oppositie in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
De vraag was mee ingegeven door de stemming in de gemeenteraad van Oosterzele van woensdag 30 januari jl. bij het aanduiden van de oppositieraadsleden. SVVO en Groen hadden gemeenschappelijke voordrachtsdocumenten ingediend waarbij de verschillende oppositiepartijen telkens één gezamenlijke oppositiekandidaat voordroegen om die controletaak binnen de intergemeentelijke verenigingen op zich te nemen. CD&V/N-VA kondigde aan dat er afspraken waren gemaakt op provinciaal niveau met de andere CD&V/N-VA fracties om geen kandidaten van de oppositie te steunen, waarop SVVO en Groen hun bezwaren uitten.
Minister Bourgeois: “Oppositie uitsluiten omdat ze oppositie is, kan niet”
In zijn antwoord binnen de commissie Binnenlands Bestuur van dinsdag 26 februari was de minister Bourgeois (N-VA) heel duidelijk: “Het kan niet dat de meerderheid een gezamenlijke kandidaat van de oppositie wegstemt, enkel en alleen omdat het een kandidaat is van de oppositie. Een kandidaat niet steunen omwille van zijn politieke kleur kan niet. Wanneer dit toch zou gebeuren, zou dit een miskenning van de geest van het decreet op de intergemeentelijke samenwerking zijn. De democratie is een spel van meerderheid en oppositie en we kunnen niet aanvaarden dat een persoon die unaniem wordt voorgedragen door de verenigde oppositie niet wordt gesteund door de meerderheid, voor een bestuursfunctie met raadgevende stem in een intercommunale.”
Ook vanuit CD&V-hoek werd door Vlaams Volksvertegenwoordiger Ward Kennis gerepliceerd dat het maar de normaalste zaak van de wereld is dat oppositiekandidaten voor dergelijke mandaten gesteund worden. De minister gaf in zijn antwoord aan Sas van Rouveroij bovendien nogmaals mee dat de toezichtstermijn op beslissingen van gemeenteraden 30 dagen bedraagt.
Filip Michiels (SVVO): “Zoals aangekondigd in ons persbericht van 3 februari jl. legt onze SVVO-fractie een klacht neer bij Gouverneur Jan Briers, om de beslissingen hierover op de jongste gemeenteraad ongedaan te maken. Wij maken ons sterk dat, het antwoord van minister Bourgeois indachtig, de belissingen over de invullingen van de mandaten geschorst zullen worden. Er zal dus wellicht een nieuwe stemming moeten worden georganiseerd, na de uitspraak van de gouverneur.”
In zijn antwoord in het Vlaams Parlement achtte minister Bourgeois het wel mogelijk dat in “uitzonderlijke gevallen” — onverenigbaarheid bijvoorbeeld — de meerderheid een kandidaat van de gemeenschappelijke oppositie wegstemt, mits “grondige motivatie”. Barbara Redant (Groen) ziet echter geen gegronde redenen voor de afwijzing: “Het enige argument dat de meerderheid aanhaalde was de verwijzing naar de politieke afspraken met andere CD&V/N-VA gemeenteraadsleden binnen het werkingsgebied van de intercommunales.”
Van de meerderheid kregen we nog geen reactie binnen.