De plannen van het gemeentebestuur van Oosterzele om de pastorijwoning te verkopen en de daarbijhorende verkavelingsvergunning voor de pastorietuin doet veel stof opwaaien. Een overzicht.
Vorige maand berichtten we over de plannen van de gemeente om de pastorijworning te verkopen: landskouter.be/2017/05/gemeente-plant-verkoopt-pastorijwoning
Het begon toen midden april onverwacht een aanvraag tot verkavelingsvergunning verscheen tussen de pastorij en de tuin. Die moeten immers gesplitst worden om de woning te kunnen verkopen. In de vergunningsaanvraag staan ook concrete verkavelingsplannen voor twee bouwpercelen in de huidige openbare tuin waarvan de gemeente eigenaar is. Een derde perceel is eigendom van de kerkfabriek Sint-Agatha.
Op onze facebookpagina waren de reacties ronduit negatief. Het feit dat dit gemeentebestuur geen plannen heeft om de tuin te verkopen, maar tegelijk niets kan garanderen voor de toekomst, boezemt de burgers geen vertrouwen in. Overbuur Ronny Verliefde roept de gemeente op om de daad bij het woord te voegen en de bouwgrond om te vormen tot groene zone. Zijn opmerking kreeg 10 likes. De partij Groen deelde het bericht en vraagt zich af “Wanneer zal dit bestuur de moed hebben om van een landelijke en groene gemeente een landelijke en groene gemeente te maken?”
Eddy Peeters vraagt zich op onze site af wat het nut is om de tuin te verkavelen als er toch geen concrete plannen zijn om dit te verwezenlijken. De vergunning vervalt immers als er binnen een aantal jaren geen minimum aantal percelen is vervreemd.
Filip Michiels, oppositieleider van Open VLD, vindt dat dit dossier moet kaderen in een breder plan over de toekomst van onze kerken. Een plan dat voorlopig ontbreekt. Maar tegen de verkavelingsvergunning is wellicht weinig te doen. De bezwaren worden ook binnen de uitvoerende macht (het schepencollege) verder behandeld.
Open brief Cottenie en bezwaarschrift kerkfabriek
Ex-CD&V schepen Paul Cottenie was ook verrast door het initiatief van de gemeente en schreef een open brief aan alle gemeenteraadsleden. Daarin vraagt hij begrip voor de bewoner van de pastorij en stelt voor om niet te verkopen zolang Padre Renaat nog actief is in de parochie. Het tweede argument draait rond de pastorietuin waar Cottenie zelf de bezieler van was. Hij verwijst naar het open zicht op de Sint-Agathakerk, het beeld van Eskomopater Van De Velde, de lindeboom die 5 jaar geleden werd geplant als symbool voor de vriendschapsbanden met Oberkirch en het sociaal aspect van de tuin met petanquebaan.
De kerkfabriek van Sint-Agatha – eigenaar van een van de drie percelen in de pastorietuin – was niet geraadpleegd over het initiatief van de gemeente en had alle moeite om de plannen in te kijken. Na beraad binnen het bestuur heeft de kerkfabriek een bezwaarschrift ingediend tijdens het openbaar onderzoek over de verkavelingsvergunning. Dat liep tot 18 mei. Het nam daarbij in grote lijnen dezelfde argumenten over als hierboven.
Burgemeester Van Durme heeft begrip voor de reacties. Een wijziging van het RUP (Ruimtelijk Uitvoeringsplan) is mogelijk, maar kostelijk. En het risico blijft dat toekomstige besturen dat RUP opnieuw wijzigen.