Deze cultuuruitstap staat volledig in het teken van de restauratie van het ‘Lam Gods’. Het meesterwerk werd aangevat door Hubert Van Eyck (overleden 1426) en voltooid door zijn broer Jan in 1432.
Een vrije vertaling van het kwatrijn op het veelluik verklaart: “De schilder, Hubert Van Eyck, een groter man werd nooit gevonden, vatte dit werk aan. Zijn broer Jan, de tweede in de kunst, voltooide die zware taak op verzoek van Joos Vijd. Die nodigt u, op 6 mei (1432) met dit vers uit om te aanschouwen wat werd verricht.”
Onze gidse is niemand minder dan Prof. dr. Anne van Grevenstein-Kruse, adviseur van de kathedrale kerkfabriek. Haar begeestering werkt aanstekelijk. Zij drukt vooraf haar tevredenheid uit over de harmonische samenwerking tussen de verschillende instanties. De kathedrale overheid, de beheerder van het schilderij, nam de beslissing om het schilderij te restaureren. De Vlaamse overheid wees het Museum voor Schone Kunsten als locatie voor de restauratie aan. De behandeling wordt uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Gespecialiseerde restauratoren krijgen steun van de UGent. Het provinciebestuur coördineert de activiteiten naar het publiek toe.
Men voorziet dat de restauratie een vijftal jaren (2012-2017) zal duren en de kostenraming bedraagt 1 400 000 euro. Volgens onze gidse is deze restauratie onontbeerlijk wil men dit meesterwerk voor het nageslacht bewaren.
Tijdens ons bezoek zijn de restaurateurs niet aan het werk, dat is wel tegenslag. We krijgen evenwel een breedvoerige en begrijpbare uitleg hoe men bij zo’n restauratie tewerk gaat. De oude, vergeelde vernislagen worden verwijderd. Hierna wordt de originele verflaag gecontroleerd en verbeterd. Een nieuwe vernislaag wordt dan aangebracht. Dit is uiteraard minutieus en tijdrovend werk. Men onderzoekt eveneens welke materialen en technieken er destijds werden gebruikt. Momenteel zijn een achttal panelen in behandeling, waaronder deze waarop de opdrachtgevers van het schilderij, Joos Vijd, voorschepen van de stad Gent en zijn echtgenote Elisabeth Borluut, zijn afgebeeld.
Na haar uiteenzetting vergezelt de professor emeritus ons naar de Sint-Baafskathedraal. We bewonderen het meesterwerk, veilig geborgen in zijn glazen kooi. De panelen die op dit ogenblik gerestaureerd worden, zijn vervangen door zwart-wit foto’s op ware grootte.
We beëindigen het drieluik van ons bezoek in het Caermersklooster. Via powerpoint-voorstellingen, tekeningen, maquettes en bijhorende lezingen krijgen we een overzicht van deze unieke tentoonstelling. Ook hier begeleidt onze gidse ons op onze zoektocht naar informatie.
Een belangrijke vraag blijft voorlopig onbeantwoord: waar zal het gerestaureerde ‘Lam Gods’ te bezichtigen zijn ? Wij zullen het vernemen bij leven en welzijn.
Wij sluiten een leerrijke dag af met een bezoek aan ‘Jacob’ langs de Vrijdagmarkt. Na de geestelijke inspanning volgt een welverdiende ontspanning en hoe kan dit beter dan met een ‘Gentse tripel’. Vanop zijn Vrijdagmarkt wijst Artevelde ons, met gestrekte arm, de weg huiswaarts. Hij zag dat het goed was.