Aan ons kapelletje zit een coronabeertje bedroefd en alleen.
Wat is dat nu toch, vroeg hij zich af
De wandelaars lopen allen meters uiteen.
En de paasklokken luiden ook al niet
Ze moesten hier al zijn uit Rome.
Nee beertje, ze zitten er vast en zullen dit jaar niet komen.
Ze luiden er niet voor vreugde maar van diep verdriet.
Komen de paaseitjes dan niet?
Wees gerust beertje en alle kindjes, ze komen er wel.
Want de paashaas die redt het snel!